Informatie over de stage
Informatie over de stage
De advocatenstage duurt in beginsel drie jaar. Na drie jaar ontvangt de advocaat-stagiaire de stageverklaring, indien de stagiaire voldoet aan de cumulatieve eisen uit artikel 3.2 van de Verordening op de advocatuur (de Voda):
de stagiaire beschikt over het certificaat beroepsopleiding;
de stagiaire voldoet aan het bepaalde in artikel 3.9 en artikel 3.10, eerste lid; en
de raad van de orde, gehoord de patroon en de stagiaire, oordeelt dat de stagiaire over voldoende praktijkervaring beschikt, bedoeld in artikel 9b, tweede lid, van de Advocatenwet.
Ad 1) De beroepsopleiding
De beroepsopleiding start twee keer per jaar, in maart en september. Aanmelden voor de opleiding loopt in Midden-Nederland via de lokale orde van advocaten. Voor de daadwerkelijke start van de beroepsopleiding moet een advocaat-stagiair zijn beëdigd. Aanmelden voor de opleiding kan tot uiterlijk twee maanden voor aanvang van de opleiding.
In de beroepsopleiding staan ethiek, vaardigheden en cognitieve vakken centraal. Meer informatie over het curriculum van de beroepsopleiding vind je op de website van de Beroepsopleiding Advocaten.
Ad 2) Verplichtingen art. 3.9 en 3.10 Voda
Uit artikel 3.9 van de Voda volgt dat de stagiaire aan het eind van de stage in staat is zelfstandig en naar behoren de praktijk uit te oefenen en gedurende de stage ten minste de volgende praktijkervaring heeft opgedaan:
hij is vijf keer in rechte opgetreden in procedures op tegenspraak en de patroon heeft ten minste één mondelinge behandeling bijgewoond;
hij heeft tien stukken, waaronder ten minste zeven processtukken, vervaardigd;
hij heeft op twee van de drie rechtsgebieden burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht, bestuursrecht en bestuursprocesrecht of strafrecht en strafprocesrecht ervaring opgedaan of, indien dat niet mogelijk is, op meerdere sub-rechtsgebieden binnen een van deze rechtsgebieden.
Op grond van artikel 3.10, lid 1, van de Voda volgt dat de stagiaire aan het eind van de stage tien opleidingspunten behaald moet hebben voor activiteiten die de raad van de orde voor stagiaires aanbiedt of laat aanbieden.
Ten aanzien van de tien opleidingspunten geldt dat de Orde van Advocaten Midden-Nederland jaarlijks in het stagereglement vaststelt hoe stagiaires deze kunnen behalen. Opleidingspunten dienen onder meer te worden behaald door het volgen van lezingen die door de Jonge Balie Midden-Nederland worden georganiseerd. Zie voor meer informatie daarover de pagina Lezingen. Opleidingspunten kunnen ook worden behaald door deelname aan het landelijke Jonge Balie-congres en door het volgen van een cursus die relevent is voor de beroepspraktijk van de stagiaire aan een door de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten erkende onderwijsinstelling. Meer informatie over het stagereglement de verplichting tot het halen van opleidingspunten vind je op de website van de Orde van Advocaten Midden-Nederland. Raadpleeg altijd het stagereglement bij twijfel. Uiteindelijk bepaalt de lokale orde van advocaten altijd waarvoor wel en waarvoor geen opleidingspunten worden toegekend.
Daarnaast volgt uit artikel 3.10, lid 1, van de Voda dat de stagiaire een voldoende moet hebben gehaald voor de pleitoefening. Meer informatie over de pleitoefening kun je lezen op de pagina Pleitoefeningen.
De arbeidsovereenkomst
Er zijn twee manieren voor de startende advocaat-stagiaire om als advocaat te werken: in loondienst (al dan niet de advocaat in dienstbetrekking) of als stagiaire-ondernemer.
Indien je als advocaat-stagiaire in loondienst gaat werken, sluit je de arbeidsovereenkomst met je kantoor. Hierin worden de arbeidsvoorwaarden (lengte overeenkomst, salaris, vakantiedagen etc.) vastgelegd. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft landelijke richtlijnen en minimumeisen aan arbeidsvoorwaarden voor advocaat-stagiairs vastgesteld. Daarin staan diverse regels waaraan het kantoor zich dient te houden. Deze zijn te vinden in de meest recente versie van de Beleidsregel stage en patronaat. In diezelfde Beleidsregel zijn de vereisten vastgesteld voor de goedkeuring van de stage voor de stagiaire werkzaam als stagiaire-ondernemer.
